Zündapp type 12

Bouwjaar: 1931

Al ver voor WW2 ontwikkelde het Porsche Ingenieursbureau in 1931 voor de Zündapp-Werke GmbH in Neurenberg het Porsche Type 12. Meerdere fabrikanten wilden een "Kraft durch Freude" wagen ontwerpen; een wagen voor het volk zoals Hitler dat zag. De wagen mocht niet meer dan 900 Reichsmark kosten. In 1932 beschikte Zündapp over drie prototype's die ruimte boden voor vier personen. Ontworpen door Erwin Komenda (een Oostenrijks ontwerper van de carrosserie van de Volkswagen Kever en van diverse Porsche sportwagens) beschikte zij over een model met naar de voorzijde scharnierende deuren. Voor de serie werd een zelfdragende stalen koetswerk ontworpen. Het chassis had de toenmalige standaard pendelassen met dwarse bladveren. De Porsche "cliënt" Neumeyer van Zündapp eiste het gebruik van een watergekoelde radiale stermotor. De viertakt motor met vijf cilinders en centrale nokkenas was (zoals eerste Porsche bouw van dit type) als motorversnellingsbak unit gemonteerd in de achterzijde van de auto. Met een vermogen van 19 kW en een leeg gewicht van 600 kg bereikte dit prototype 80 km/uur. De versnellingsbak (drie versnellingen met overdrive) lag vóór de achteras. Porsche was tegen de radiale motor voor dit prototype, omdat dit motortype geen uniformiteit bood voor de overige (WW2) voertuigen.

Tijdens de tests bleek dat de motorkoeling onvoldoende was en ook de transmissie niet naar tevredenheid functioneerde, waarna Zündapp-eigenaar Fritz Neumeyer besloot om dit project niet door te zetten. Naast het corrigeren van de fouten moeten de hoge investeringskosten voor een serieproductie de reden zijn geweest om het project te verlaten. Porsche kreeg 80.000 Reichsmark en één van de voertuigen voor zijn werk.